Het mes in jezelf |
Interview Carine Damen | Foto Amke |
Hij vindt Oprah Winfrey en Dr. Phil briljant, schreef een boek over ‘persoonlijke groei’ en leest zelf Amerikaanse zelfhulpboeken. En toch in François de Waal (51) geen gladde glibber, zwerver of bedrieger. Hij is geloofwaardig.
Want in
zijn net verschenen boek Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte
en hoe jij dat kunt voorkomen is genadeloos eerlijk. Of het nu over zijn
eigen slechte eigenschappen, zijn oeverloze geklaag of zijn eigen domme,
leugenachtige gedrag gaat. De Waal spaart geen snipper van zichzelf. En
daarom is hij herkenbaar, voor iedereen.
Wie aan
Vijftig manieren begint, kan nog denken dat François de Waal zo’n
oppervlakkige goeroe is als Tom Cruise in de film Magnolia. Zo’n gladjanus
met lang haar die met een paar goedkope tegeltjeswijsheden een ander een
goed gevoel denkt te kunnen geven. Want de vijftig hoofdstukjes hebben
titels als ‘mislukt’, ‘boos’ en ‘crisis’, en aan het einde geeft de
schrijver steeds parktische nogal schoolse tips: “Welke niet geuite pijn
zit er achter je boosheid? Kijk ernaar, voel het en schrijf het op.” En:
“Probeer je nooit geheelde jeugdwonden te verwerken, anders zul je jezelf
op een of andere manier blijven verrassen met kleine ontploffingen.” |
Je leven verpesten is makkelijk, zegt journalist en schrijver François
de Waal. De kunst is jezelf niet langzaam dood te laten gaan.
‘Persoonlijk groei is de enige manier om vrede te vinden in dit leven’. Pijn was ook de aanleiding om dit boekje te schrijven. Toen François de Waal veertig was, belandde hij in een gigantische relatiecrisis, die weer voortkwam uit een algehele midlifecrisis. Het verdriet uit zijn jeugd, de tegenslagen in zijn werk, de tekortkomingen van zijn partner Ruud en de niet-uitgekomen verwachtingen van zichzelf hadden zich samengebald tot één grote donderwolk die plotseling openbarstte. “Het voelde als kotsen. Dat misselijke gevoel, dat je al heel lang hebt, maar er komt niets uit. En ineens golft het dan uit je keel. Alle kleine problemen en tegenslagen in mijn leven had ik onder het vloerkleed geveegd. Toen het slecht ging tussen mij en Ruud, kwamen ze me bespringen als vlooien”. De crisis was dé trigger om nu eindelijk iets te doen. “Een crisis is een noodzakelijk kwaad,” vindt De Waal. Het geeft je de kans op te houden je problemen te verdringen en jezelf te bevrijden. “Vergelijk het met een enorme bal luch die je met grote kracht onder water houdt,” legt de schrijver uit. “Daar staat een grote druk op, en het kost je ook erg veel energie om te blijven drukken. Op een gegeven moment knapt die bal. Dan is er niets meer waar je jezelf kunt verbergen. Dan moet je wel. Dat is een kans om in het reine te komen met jezelf.”
Er zijn altijd mensen die een
crisis níet aangrijpen, weet De Waal. “Maar die mensen zijn helemaal
verstard. Ze voelen haast niets en hun hele leven is doen alsof. Er zijn
verbazend veel mensen die zo leven, de meeste. Ze houden niet van hun
kinderen, hebben geen idee wie of wat ze zijn en hebben nog nooit een
intiem moment met een ander gehad.” “De meeste mensen die een relatie
hebben, hebben geen relatie,” besluit hij het hoofdstuk ‘Relatie’. |