Tot nederigheid stemmend zelfonderzoek

Recensie door Lisette Thooft

 Het boek lag op mijn nachtkasje naast De navolging van Christus en ik dacht: hij heeft wel iets van een hedendaagse Thomas à Kempis, die François de Waal. Niet zozeer in zijn religieuze devotie - De Waal is door en door seculier. "God is niet iets buiten ons, maar iets binnen ons. God is liefde en waarheid. Wat God wil (het goede), is belangrijker dan wat wij willen (ons eigen belang). God is ons hart en onze ziel. (...) Ik geloof in God." Zo schrijft hij in het hoofdstukje 'God', waarin hij het hele onderwerp religie in drie pagina's afhandelt. Kamagurka tekende er een vlekkerig mannetje bij dat naar de hemel roept: "Ik ben allergisch voor God!" waarop een tekstballonnetje uit de hoge antwoordt: "Ik ook!"

Als licht voor de conservatief-christelijke wereld is Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte dus niet voorbestemd. Ook al niet vanwege het hier en daar populaire taalgebruik. Maar deze auteur excellleert in iets wat bij Thomas à Kempis ook zo opvallend is: zichzelf niet sparend, tot nederigheid stemmend zelfonderzoek. Hij was, schrijft hij, een cynicus, zo'n arrogante intellectueel die op alles en iedereen kritiek had, die gepantserd door het leven ging en achter dat pantser zijn zelfmedelijden en zelfhaat koesterde. Als jurist en later journalist en televisieredacteur viel hij daarmee niet op tussen zijn collega's. Maar: "Zonder levenskunst, zonder persoonlijke groei, doe je alles fout en ga je langzaam dood", schrijft hij in zijn voorwoord. "Het is geen leuk extraatje maar de enige manier om vrede te vinden in dit leven." En levenskunst betekent voor De Waal: naar jezelf kijken met volstrekte eerlijkheid. Niets verbloemen, niets mooier maken dan het is.

In korte hoofdstukken belicht De Waal vijftig onderwerpen waarover hij anders is gaan denken, zoals succes, liefde, pijn, seks, verlangens, geld, macht, werk. Hij zet een felle lamp op zijn eigen gedrag, motieven en emoties en ondervraagt zichzelf tot de waarheid op tafel ligt.


 "Ik was snel geirriteerd, piekerde eindeloos, vond constant dat ik iets te kort kwam, gaf iedereen de schuld en was nooit tevreden." Het zien en begrijpen van die pijnlijke waarheid was al heel bevrijdend, schrijft De Waal, maar toen kwam er nog een noodzakelijke stap: nieuw, ander, vriendelijker, vrediger gedrag in de praktijk brengen. Dat bracht spanningen teweeg in zijn omgeving; mensen hadden "liever de oude, vertrouwde zieke dan de nieuwe, vreemde gezonde." Hij verloor contacten, maar er kwamen nieuwe, minder bozige mensen voor in de plaats. De Waal leerde, kortom, zichzelf te relativeren. De geestige spotprenten van Kamagurka passen dan ook schitterend bij de tekst.

François de Waal
Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte (en hoe jij dat kunt voorkomen)
met tekeningen van Kamagurka, Scriptum, 161 blz., 
16,-