Recensie Rails

Recensie door Dirk Mulder

 Tussen mijn twintigste en mijn veertigste heb ik geloof ik niet een keer gehuild. Dat deed ik niet, huilen was eng, hysterisch, zielig, vrouwelijk, was je zwaktes tonen, was toegeven dat er iets helemaal fout was gegaan en erkennen dat je een loser was. Nee, ik ben sterk en mannelijk en alles gaat geweldig!

Kort na de Tweede Wereldoorlog - we hadden nog een televisie die op kolen werd gestookt - zag ik een zwart-wit gesprek met een minister. Van wat, weet ik niet meer, laat staan hoe hij heette. De interviewer was dolblij dat deze belangrijke man hem te woord wilde staan, het was excellentie voor en na en de nederigheid parelde op het voorhoofd.

De uitzending liep ten einde, tijd voor de laatste vraag. De driedelig gekrijtstreepte hoogwaardigheidsbekleder stak zijn duimen achter zijn vest en leunde achterover. 'En wat zijn uw minder goede eigenschappen?' piepte de interviewer, schrikkend van zijn eigen durf. De minister verstarde. Even dacht ik dat hij een corrigerende tik zou gaan uitdelen, maar hij sloot zijn ogen en zweeg. Het denken duurde lang. Welwillend speurde hij rond in zijn magazijn van eigendunk, waar alles er blijkbaar blinkend bij lag. 'Mijn vrouw zegt wel eens dat ik te bescheiden ben,' opperde hij. De rest van het kijken gezelschap vond daar niets vreemds aan. Verbaasd kijk ik om mij heen. Howel ik slechts een jaar of drie was, of wellicht wat ouder, deed dit antwoord me naar adem snakken.

Priemend wees mijn vingertje naar het beeldscherm. Wat een arrogante, zelfingenomen lul, wilde ik zeggen, maar dat woord moest nog uitgevonden worden. Tegelijkertijd ontdekte ik de bittere vreugde van het veroordelen. Dat het heerlijk kan zijn om iets of iemand met de grond gelijk te maken, vooral als je zelf niet in een goede stemming bent. En dat was ik niet, toen ik van de week de boekhandel binnenwandelde. Ik zat tussen twee vakanties in en dat is altijd een stressvolle periode. Aan de ene kant zit je nog met een kater van het terugkomen, aan de andere kant zenuwt de spanning van het volgende vertrek. Bovendien had ik onderweg een gesprek afgeluisterd tussen twee Taplameisjes van een jaar of dertig, van wie de ene tegen de andere zei: 'En dan heb ik toch zoiets van: waar is hij nou mee bezig?' Geestelijk startte ik de stoomwals en ik stelde me voor hoe ik ze tijdens het uitroepen van 'Maar wij hebben levenslan!' onder mijn woede zou pletten.

 

 

 

Eenmaal in het pocketpaleis werd mijn humeur er niet beter op. Het leek hier wel een dumpzaak. Hoge stapels bestsellers en geen behoorlijk boek in zicht. Toen bleven mijn ogen hangen aan een gebonden werk van François de Waal. Op het mosterdgele omslag zag ik een foto van een man die op het  punt stond om zichzelf in zijn voet te schieten. Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte en hoe jij dat kunt voorkomen was de titel. Nieuwsgierig sloeg ik het boek op een willekeurige plek open.
'Veroordelen is mijn tweede natuur, een groot talent en iets wat me heel makkelijk afgaat,' las ik. Een bladzij verder stond er: 'Inmiddels weet ik dat anderen veroordelen als oorzaak heeft dat jij jezelf een lul vindt.'

Zo, die zat. Geschrokken bladerde ik terug naar in inhoudsopgave. In vijftig korte hoofdstuktitels kwam mijn hele leven aan bod: 'Boos. Mislukt. Crisis. Klagen. Bang. Stilte. Verantwoordelijk. Zelfmedelijden. Veroordelen. Compliment. Harmonie. Succes. Krampachtig. Perfect. Liefde. Cynisch. Rechtvaardig. Venijnig. Pijn. Seks. Bijzonder. Volwassen. Gelukkig. Verlangens. Stemmetje. Aardig. Piekeren. Masker. Zombie. Verliefd. Wedstrijd. Intellectueel. Ontevreden. Plezier. Lief. Uitstel. Geld. Relatie. Jaloers. Huilen. God. Vergiffenis. Zelfkennis. Kansen. Intuïtie. Echt. Macht. Zelfliefde. Werk. Doen.'
Geen twijfel aan, dit boek moest bij mij komen wonen. 'Is het een cadeaautje?' vroeg de mevrouw achter de kassa. Ik wou 'nee' zeggen maar ik bedacht me.


 François de Waal
Vijftig manieren waarop ik mijn leven verpestte (en hoe jij dat kunt voorkomen)
met tekeningen van Kamagurka, Scriptum, 161 blz., 
16,-