"François
de Waal, opgeleid tot jurist, later journalist, columnist,
documentaire-maker en televisieredacteur, "was een irritante en alles en
iedereen veroordelende klootzak," meldt de achterflap van het boek. "Totdat
hij op zijn veertigste erachter kwam dat hij vooral zichzelf in de weg zat."
François
de Waal: "Ik was niet alleen gemeen tegen andere mensen, ik was minstens
zo gemeen tegen mezelf. Ik schold mezelf voortdurend uit, op een nare toon:
'sukkel, stommeling!'"
Hoe kwam je zo?
"Het moet uit mijn jeugd komen. Mijn vader werkte bij een uitgeverij en
mijn moeder was jurist, ze waren knap en kritisch en links, ons hele huis
stond vol met boeken. Ik las bijvoorbeeld als jongen boeken van Willem
Frederik Hermans en zei tegen mijn vader: 'Met die man zou ik wel eens
willen praten.' Mijn vader antwoordde: 'Nee joh, dat kan helemaal niet,
zo'n man praat alleen met heel intelligente mensen.' Ik was gevoelig,
geloofde zoiets meteen. Bij ons thuis kwamen allerlei belangrijke mensen,
uitgevers en directeuren, grote mannen met hoornen brillen, en ik was een
klein jongetje. Dan bouw je een panster op om je kwetsuren te verbergen.
En je wordt gemeen. Die gemeenheid die ik tegen mezelf had uitte zich ook
tegen anderen. Iedereen waarover je denkt macht te hebben, ga je slecht
behandelen. Je denk dat er maar twee soorten verhoudingen zijn: of ik ben
het slaafje, of die andere mensen moeten mijn slaafjes zijn. In zo'n
wereld leef ik nog steeds, leven wij allemaal. Ik moet heel bewust zijn,
constant met mezelf in gesprek, en niet op de automatische piloot leven,
anders val ik terug in die gemeenheid."
Wat zorgde dan voor de
verandering?
"Ik was me wel bewust van die patronen - hoe ik met macht omging, hoe
mislukt ik me voortdurend voelde - maar ik ontkende ze tegelijkertijd. Op
een dag kocht ik een boek, The road less travelled van M. Scott Peck: ik
had het gevoel dat ik daar iets mee moest. Scott Peck is psychiater en
boeddhistisch, bij verbindt psychologie met filosofie en religie. De
eerste zin van dat boek is: 'Het leven is moelijk.' Na drie bladzijden
gelezen te hebben, gooide ik het door de kamer. 'Wat een zweverig gelul!'
riep ik, maar ik bedoelde: 'Wat confronterend!' Twee dagen later heb ik
het weer opgepakt en een paar bladzijden gelezen en een paar dagen later
weer een paar. Ik begreep er in het begin niets van. En toch heb ik het
steeds opnieuw opgepakt. Scott Peck zegt: er is een oplossing voor de pijn
van het leven. Je moet verantwoordelijkheid nemen voor jezelf, voor alles
wat je doet, zelfs voor je eigen gedachten. Als er iets fout gaat in je
leven, moet je jezelf niet bestraffend toespreken, maar bemoedigend. Ik
lees het nog steeds elk jaar. Het is heel goed geschreven.
En toen kreeg je het door?
"Het idee dat je verantwoordelijkheid moet nemen, ook voor je eigen
gedachten, dat was een donderslag bij heldere hemel - dat had nooit iemand
tegen me gezegd. Ik werd weer kwaad natuurlijk. Waarom heeft nooit iemand
dat tegen mij gezegd? Maar ja, nu weet ik het tenminste. Dan is het nog
een lang proces, het duurt jaren om het in praktijk te brengen. En het
blijft een worsteling. Maar ik lach er nu bij. Ik relativeer het."
In het hoofdstuk 'Geld'
schrijf je dat je aan een financiële ziekte leed: 'Hoe meer geld ik had,
hoe minder ik uitgaf en hoe meer ik wilde hebben. Ik werd een vrek, voor
mezelf en voor anderen. Wat me opviel was dat je nooit genoeg had, Na
tienduizend op de bank wil je twintigduizend. En als je een ton hebt, wil
je er twee. En als je die twee ton hebt, wil je een miljoen. Het geeft een
pervers gevoel van macht, misschien net zoals mensen die ziekelijk
vermageren. Je ontzegt jezelf van alles en dat doet pijn, maar het geeft
je tegelijk een gevoel van orde en controle, van macht.' Hoe is het
nu met je financiële anorexia?
"Als ik er niet bij nadenk, val ik meteen terug in oud gedrag. Mijn
partner zei laatst tegen me: 'Die jas van jou, dat kan echt niet meer.' De
naden laten los. Mijn partner wordt er ongelukkig van. Dan moet ik mezelf
dwingen om een ander jasje te kopen. Het wordt moelijk, maar ik ga het
doen. Kijk, ik ben opgevoed met het idee dat het niet chic is om te laten
zien dat je geld hebt. Mijn vader loopt al zijn hele leven met gaten en
vlekken in zijn kleren. Het was een soort stoerheid, omgekeerde snobisme.
'Kijk ons eens bescheiden zijn.' Mijn partner, met wie ik al drieëntwintig
jaar samenleef, heet een gat in zijn hand. De eerste vijftien jaar maakten
wij elkaar gek. Elke keer als hij iets kocht, dacht ik: 'Nu moet ik nog
zuiniger zijn.' Waarop hij dacht 'Dan kan ik nog meer uitgeven.' Als ik
geirriteerd tegen hem zei: 'Hou op met geld uitgeven', werkte het
averechts. Nu is het anders geworden. Toen ik zelf een heel klein beetje
veranderde en zei: 'Geef alsjeblieft al het geld uit dat je wilt',
veranderde hij ook. Het klinkt misschien raar om te zeggen dat je te
weinig kunt uitgeven. Maar het bestaat wel. Je kunt té krampachtig dingen
niet
kopen. Wij leven in een wereld waar zo erg wordt uitgegeven, dat je
makkelijk in een kramp kunt schieten en het tegenopvergestelde doen. En
dat is toch heel puberaal. Pubers doen precies het tegenovergestelde van
hun ouders."
|
"Ik heb een tijd een
dankbaarheidsdagboek bijgehouden. Het klinkt wollig, maar het werkt. Als
je niet nadenkt over alles wat je krijgt, ben je ondankbaar. Ik wel
tenminste. Zo'n dagboek helpt, je denkt elke avond: waar ben ik dankbaar
voor? In het begin weet je niets, maar na een tijdje schrijf je hele
bladzijden vol. Op het laatst dacht ik: ik ben er al, ik hoef niets meer.
Dat gevoel ervaar ik nog niet permanent - dat is nog toekomstmuziek. En nu
moet ik ook niet zijn op mezelf omdat die dankbaarheid er nog niet
permanent is..."
Het boek is een succes. Ben je
tevreden?
"Nee, ha ha. Maar ik kan er om lachen. Ik geef veel interviews, het boek
is al in het Engels vertaald. Bij boekhandel Scheltema in Amsterdam ligt
het in hoge stapels opgetast, die zienderogen slinken. Ik zeg tegen mezelf:
geniet, François!
Vroeger concentreerde ik me op alles wat ik nog niet had. Maar nu denk ik:
zelfs als het hierbij blijft, slaap ik op mijn tachtigste of zo toch
tevreden in.
|